Geen stijlboek, geen gedragsstijlen


Met het Statusmodel kun je gedrag en ervaring beschrijven. Feitelijk is het een ‘taal’: het geeft je specifieke woorden voor die beschrijving. Diezelfde woorden kun je gebruiken voor gedrag op verschillende niveaus. Daardoor kun je snel en gemakkelijk verbanden vinden en begrijpen tussen die bijvoorbeeld individueel en groepsgedrag.

Geen meetinstrument

Het gaat nadrukkelijk niet over gedragsstijlen of persoonlijkheidsstijlen. Er is dus ook geen vragenlijst waarmee je kunt vaststellen welke statusbeweging jouw voorkeur heeft.

Een vragenlijst zou ook zinloos zijn, omdat je in de ene situatie waarschijnlijk een andere voorkeur hebt dan in een andere. Je beantwoordt de vragen dus ook anders in een andere situatie.

Contextgebonden

Kortom, laat de context bepalen of je heel dominant jezelf verhoogt of nederig tot zelfverlaging overgaat. Soms is het prima om de ander met een snedige opmerking op zijn of haar plek te zetten. Op een ander moment houd je, knippend als een lakei, de deur voor de ander open, met een welgemeend ‘na jou’.

Wees flexibel, breid je repertoire aan statusbewegingen uit en laat je niet in de luren leggen door allerlei modelletjes die je vertellen welk type, persoonlijkheid of gedragsstijl jij ‘bent’.